Rekenkamer Horst aan de Maas afwijzend op verzoek om onderzoek naar "Kwestie Knops"
Rekenkamer Horst aan de Maas afwijzend op verzoek om onderzoek naar "Kwestie Knops"
De per 1 januari 2024 ingestelde Rekenkamer Horst aan de Maas heeft een verzoek van de SP Horst aan de Maas om onderzoek te doen naar de "Kwestie Knops" afgewezen. Het verzoek - ingediend op 3 november 2024 - was een reactie op de afwijzing van eerdere verzoeken van de SP Horst aan de Maas aan de gemeenteraad om onderzoek te verrichten. Het meest recente verzoek werd medio 2024 ingediend. Ook daar heeft de gemeenteraad van Horst aan de Maas afwijzend op gereageerd.
In mei 2020 hebben NRC en Dagblad De Limburger artikelen gepubliceerd inzake de uitvoering van de Ruimte voor Ruimte-regeling in Limburg. Eén van de kwesties die openbaar werden was de bevoordeling van toenmalige staatssecretaris Raymond Knops door de gemeente Horst aan de Maas bij de verkoop van grond voor de bouw van de woning voor het gezin van Knops. Door de SP Horst aan de Maas is gepleit voor een onafhankelijk onderzoek dat op z'n minst verduidelijking zou moeten brengen in de gang van zaken. Het pleidooi van de SP is meerdere malen herhaald, mede naar aanleiding van nieuwe feiten die naar voren kwamen en uitspraken van de rechtbank, met name met betrekking tot de rol van de heer Knops inzake de hiervoor genoemde bevoordeling. De laatste keer geberurde dat op 1 mei 2024, naar aanleiding van de uitspraak van de rechter. Maar opnieuw werd het verzoek – op advies van het college van B&W – afgewezen.
Voor de SP was dat reden om op 3 november 2024 aan de Rekenkamer Horst aan de Maas een brief te sturen met de vraag of de Rekenkamer mogelijkheden zag, hier nader onderzoek naar te doen in het kader van waarheidsvinding, maar vooral ook om als gemeente hiervan te leren - indien er inderdaad sprake zou zijn van onrechtmatig handelen (zie bijlage).
Op 2 december 2024 antwoordde de Rekenkamer met een brief waarin ze het verzoek afwees (zie bijlage). Na een toelichting op de taak en (onafhankelijke) positie van de Rekenkamer en de werkwijze aangaande de keuze van onderzoeksonderwerpen, meldde de voorzitter van de Rekenkamer dat er meer onderzoekswensen zijn dan de middelen van de Rekenkamer toelaten om onderzoek uit te voeren. Er moeten volgens de Rekenkamer dan ook keuzes worden gemaakt. Daarin weegt de Rekenkamer een aantal selectiecriteria mee: het onderwerp valt binnen de taakopdracht en bevoegdheden van de Rekenkamer; er moet sprake zijn van een substantieel belang in financieel, organisatorisch, bestuurlijk of maatschappelijk opzicht; de onderzoeksvraag moet niet op een andere, meer eenvoudige, wijze te beantwoorden zijn en van het onderzoek worden leereffecten verwacht.
De Rekenkamer stelt vast dat de kwestie die de SP aankaart aan de orde is geweest in de raad. "De raad heeft" -aldus de Rekenkamer - "Eerder besloten om geen onafhankelijk onderzoek in te stellen. Indien de Rekenkamer wel tot een onderzoek zou overgaan, zou het daarmee ingaan tegen het standpunt van de raad". De Rekenkamer zou daarmee naar eigen zeggen een risico lopen voor het verwijt zich hiermee te mengen in een politieke discussie. Omdat er al via andere kanalen - bijvoorbeeld vanuit de (onderzoeks)journalistiek en de rechtspraak onderzoek heeft plaats gevonden zou de waarde van een onderzoek door de Rekenkamer beperkt zijn.
"Voorgaande punten in samenhang bezien en gewogen leidt tot het oordeel dat de Rekenkamer het door u aangedragen onderzoeksonderwerp niet opneemt in onze onderzoeksprogrammering". De Rekenkamer neemt het verzoek van de SP wel mee als signaal, welke meeweegt in de keuze voor mogelijke (algemene) onderzoeksthema’s.
- Zie ook:
- Gemeenteraad