h

SP Werkgroep Verkeersveiligheid Horst aan de Maas schrijft brief aan gemeentebestuur over rotondes

17 december 2024

SP Werkgroep Verkeersveiligheid Horst aan de Maas schrijft brief aan gemeentebestuur over rotondes

Foto: Gerard Timmermans / SP Horst aan de Maas

De SP Werkgroep Verkeersveiligheid Horst aan de Maas heeft een onderzoek gedaan naar de regelgeving bij de rotondes in Horst aan de Maas. Met name vanuit het perspectief van de fietsers. Omdat uit onderzoek is gebleken dat rotondes voor fietsers in het algemeen veel veiliger zijn dan andere kruispunttypen. Bij het onderzoek heeft de SP-werkgroep specifiek gekeken naar voorrangssituaties zoals die gelden voor autogebruikers, fietsers en voetgangers. In een brief van de werkgroep aan het College van B&W van de gemeente Horst aan de Maas zijn de resultaten voorgelegd en een aantal vragen gesteld. In de brief gaat de SP Werkgroep Verkeersveiligheid ook in op het onlangs door B&W in werking gestelde beleid met betrekking tot snelheidslimieten voor auto's binnen en buiten de bebouwde kom (respectievelijk 30 en 60 km/u.

Ten behoeve van het onderzoek heeft de SP bij de gemeente gegevens opgevraagd met betrekking tot alle rotondes in de gemeente. Meer gegevens dan een opsomming van de rotondes bleken bij de gemeente niet beschikbaar. Uit de gevev ens blijkt dat in Horst aan de Maas 23 rotondes zijn aangelegd, in verschillende soorten en maten.

Er bestaat geen wettelijke regeling die de voorrangssituaties op rotondes verplichtend vastleggen. Een rotonde is in de wet niet perse een voorrangsweg. Dat betekent dat in principe de regel gekdt dat verkeer dat van rechts komt, voorgaat. Dat wil zeggen dat verkeer dat de rotonde oprijdt voorrang heeft op verkeer dat al op de rotonde rijdt. Maar meestal is de voorrang op een rotonde geregeld door borden en verkeerstekens. In dat geval gaan verkeersborden en -tekens voor de regels.

Via die verkeersborden en –tekens kan een gemeente nader regelen welke voorrangsregels gelden per rotonde. Daarbij kan de gemeente gebruik maken van richtlijnen die opgesteld zijn door het CROW. Kort samengevat behelst die richtlijn dat fietsers op rotondes binnen de bebouwde kom voorrang hebben en buiten de bebouwde kom niet. Buiten de bebouwde kom heeft de auto voorrang.

Uit de richtlijnen blijkt dat een uniforme inrichting van rotondes bijdraagt aan de verkeersveiligheid. Dat betekent dat bij alle rotondes binnen de bebouwde kom de regel zou moeten geleden dat fietsers voorrang hebben en dat bij alle rotondes buiten de bebouwde kom de auto voorrang heeft. Indien dit uitgangspunt niet strikt nageleefd wordt, levert dat verwarring op, zowel bij de fietser als de automobilist en daarmee neemt de verkeersveiligheid af.

Uit het onderzoek van de SP Werkgroep Verkeersveiligheid blijkt dat de gemeente over het algemeen de richtlijn van het CROW goed opvolgt. De werkgroep heeft echter vastgesteld dat in zes gevallen de richtlijn van het CROW niet gevolgd wordt. Het betreft in alle gevallen rotondes binnen de bebouwde kom, waarbij de fietser tóch geen voorrang heeft. Fietsers die uitgaan van de ‘regel’ dat ze binnen de bebouwde kom voorrang hebben, kunnen daardoor van een koude kermis thuis komen…

De werkgroep vraagt in haar brief aan B&W wat de reden is dat er binnen de gemeente geen registratie plaatsvindt van de regelgeving per rotonde en waarom op zes rotondes afgeweken wordt van de richtlijnen. De werkgroep wijst er ook op dat in een nieuw geplande rotonde op de Westsingel (in verband met de komst van de nieuwe school) de voorrangsregel weer anders worden dan alle andere rotondes op deze weg. Ook daarover vraagt de werkgroep uitleg. Tenslotte vragen de briefschrijvers of het College van B&W bereid is om de regels bij de genoemde rotondes aan te passen aan de richtlijnen van CROW.

Een ander punt dat de SP-werkgroep aan de orde stelt in haar brief is het rapport “Programma mobiliteit Horst aan de Maas”, waarin de gemeente aangeeft buiten de bebouwde kom wegen waar nu nog 80 km/u is toegestaan een snelheidslimite van 60 km/u in te voeren en binnen de bebouwde kom waar mogelijk de snelheid van auto's wilt verlagen naar 30 km/u. Daarbij hanteert de gemeente het principe ‘30, tenzij…’. Dat betekent dat binnen de bebouwde kom 30 km/u geldt tenzij 50 km/u noodzakelijk is voor de ontsluitende functie van een weg. Daarbij kiest het college van B&W er overigens wel voor de 30 km/u-limiet in te voeren zonder dat de infrastructuur eerst op orde is gebracht. Dus wegen die nu nog uitnodigen om harder te rijden dan de gestelde limiet, worden niet aangepast (bijvoorbeeld door meer bochten in de weg) om het verkeer te "dwingen" de limiet aan te houden.

In het rapport schrijft B&W naar aanleiding van het invoeren van de 30 km-limiet binnen de bebouwde kom zonder infrastructurele aanpassingen, dat het Openbaar Ministerie niet handhaaft op snelheidsovertredingen wanneer de weginrichting niet past bij de maximumsnelheid. Bovendien stelt B&W in het rapport dat er geen flitskasten langs deze wegen geplaatst kunnen worden. Inmiddels is echter gebleken dat die flitspalen wél geplaatst kunnen worden. Daarom vraagt de SP-werkgroep met betrekking tot de 30km limiet of het College van B&W alsnog bereid is flitskasten (en waar nodig mobiele flitsapparatuur) te gebruiken om handhavend te kunnen optreden ten aanzien van de snelheidslimiet binnen de bebouwde kom.

U bent hier