h

SP Werkgroep Land- en Tuinbouw Noord-Limburg: "Mest en graan in balans"

5 februari 2009

SP Werkgroep Land- en Tuinbouw Noord-Limburg: "Mest en graan in balans"

De LLTB heeft de knuppel in het hoenderhok gegooid. Zij publiceerde een onderzoek, waaruit bleek dat de komende tien jaar bijna 25% van de landbouwgrond dreigt te verdwijnen. De publicatie leidde tot een aantal interessante opinies in Dagblad de Limburger. Ook de SP Werkgroep Land- en tuinbouw Noord-Limburg roerde zich in de discussie. Belangrijkste conclusie van de werkgroep: de LLTB heeft een kans gemist in het grondclaimdebat!

De economisch-sociale positie van Limburgse boeren dreigt serieus in gevaar te komen nu landbouwgrond als sneeuw voor de zon dreigt te verdwijnen. Zonder LLTB deden boeren al lange tijd een oproep aan de provincie rekening te houden met het boerenbelang. Het siert de LLTB dat ze nu eindelijk aan de bel trekt.

In 10 jaar tijd dreigt 25 procent van de landbouwgrond te verdwijnen. Wie de landschapsvisie Zuid Limburg erbij pakt, kan zien hoe groot de claim op landbouwgrond van natuur, woningbouw en verkeer is. Veel boeren hebben financieel juist geprofiteerd van die jacht op schaarse grond, stelt deze krant in het hoofdredactioneel commentaar van afgelopen woensdag. In werkelijkheid is de grondprijs een kostenpost voor de boer. Een boer kan pas profiteren van een hoge grondprijs, wanneer hij zijn grond verkoopt. Daarmee is hij echter geen boer meer. Wie boer wil blijven profiteert dus niet van die hoge grondprijs. Integendeel.

Boeren en tuinders willen voldoende grond houden om hun producten te telen om voldoende inkomen veilig te stellen. Grond is een kostbaar productiemiddel voor voeding voor mens en dier. Bovendien bieden agrarische gronden een waardevol cultuurlandschap met open ruimten. Ook in Noord Limburg. Terecht dus dat de LLTB het verdwijnen van landbouwgrond een halt wil toeroepen.

De Werkgroep Land-en Tuinbouw Noord Limburg deelt de zorg van de LLTB en wil hen van harte ondersteunen. Met het Burgerinitiatief: “Ja” tegen Boerenlandbouw - “Nee tegen megabedrijven”, heeft de vereniging Behoud de Parel in Grubbenvorst hetzelfde onderwerp op de Provinciale agenda gezet. Dit initiatief vertoont veel raakvlakken en overeenkomsten met het boerenbelang. Het is daarom jammer, maar vooral voorbarig, dat de LLTB het Burgerinitatief niet officieel heeft willen ondersteunen en zelfs het advies aan Provinciale Staten uitbracht om het niet over te nemen. De LLTB koos destijds voor ondernemerslandbouw waarin het belang voor de agribusiness centraal staat, in plaats van de boerenlandbouw waar het belang van de boer nog dichtbij dat van de burger staat.

Bij boerenlandbouw wordt immers gezocht naar een evenwicht tussen productie en grond; voedselzekerheid en voedselsoevereiniteit; graan voor mest en mest voor graan; en productie en afzet in eigen regio. Een aantal varkenshouders houdt zich reeds bezig met deze bedrijfsvoering van voer en afzet uit de eigen regio, zoals de initiatieven van Varketing en het Kloostervarken van Livar.
In deze visie is het belang van de boer dus niet strijdig met het belang van de burger, zoals De Limburger dat ook in het commentaar aanvoerde. Het zou een geweldig Limburgs initiatief zijn als boeren en burgers elkaar in de provincie versterken en samen optrekken voor hun gezamenlijk belang binnen de boerenlandbouw.

De boerenlandbouw staat ervoor dat natuur, ruimte, economie en ecologie in balans zijn. Binnen deze visie dienen bedrijven in Limburg bij noodzakelijke bedrijfsverplaatsing, bijvoorbeeld voor natuur en woningbouw, een voorkeursbehandeling te krijgen binnen landbouwontwikkelingsgebieden (LOG) en andere herinrichtingsgebieden. Alleen op die manier kan bij hen een langdurige onzekerheid worden weggenomen. Om aan de belangen van zowel boer als burger, maar ook aan die van de natuur en ruimte tegemoet te komen, dient een overheid voorwaarden te stellen aan de bedrijven die er zich vestigen. Voedselproductie en afzet zouden gericht moeten zijn op de regio (binnen de omringende Europese landen). De overheid kan eisen stellen op het gebied van inrichting en leefbaarheid van het platteland zodat een evenwichtige verdeling van grond, productiequota en een rechtvaardig boerengezinsinkomen ten goede komen aan leven en werken op menselijke maat, diervriendelijkheid, gezondheid en milieu. Een maximale bedrijfsgrootte is daarbij gepast, juist om het belang van het gezinsbedrijf voorop te stellen.

De ondernemerslandbouw die de LLTB voorstaat met als summum het Nieuw Gemengd Bedrijf (NGB) in Grubbenvorst en de megatuinbouwkassen in het gebied Californië is sterk op de “vrije” wereldmarkt en de expansie gericht. Doelen zijn slechts: efficiëntie, winst en export, waarbij juist een overproductie in stand blijft. Om toch winst te behalen ondanks de lage opbrengstprijzen die door overproductie ontstaan, kan er geen rekening meer worden gehouden met de mensen in de omgeving, hun gezondheid, en hun leefomstandigheden. Het gaat ten koste van milieu en dierenwelzijn.

De invoer van nieuwe technologiën en ontwikkelingen die worden bestempeld als vooruitgang, leiden dikwijls tot meer gebruik van kunstmest, bestrijdingsmiddelen en antibiotica en uiteindelijk tot minder productiviteit in deze voedselimperia (dit signaleert ook de gerenommeerde hoogleraar Professor Van der Ploeg uit Wageningen).

De LLTB heeft met recht bij de provincie de toenemende druk op boerengrond aan de orde gesteld. Met hun kritische houding naar de provincie staan ze sterk in hun visie op landbouw en platteland naar de toekomst. Een maatschappelijke discussie met bondgenoten en het zoeken naar alternatieven zou in onze provincie tot waardevolle uitkomsten kunnen leiden voor het behoud van een evenwichtige grondgebonden land-en tuinbouw hier en wereldwijd.

Paul Geurts en Riky Schut namens de Werkgroep Land-en Tuinbouw Noord-Limburg.

De in Dagblad de Limburger gepubliceerde bijdragen aan de discussie kunt u hieronder lezen:

U bent hier