Discussie over duurzame landbouw: meer varkens = meer mest = meer problemen
Discussie over duurzame landbouw: meer varkens = meer mest = meer problemen
Twee burgers op de publieke tribune, helemaal geen pers, een paar ambtenaren en de leden van de commissie Ruimte van de gemeenteraad van Horst aan de Maas en één spreker: Frits van der Schans van het Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM). En een actueel thema: duurzame landbouw. Dat waren de ingrediënten van een avond die niet echt op gang wilde komen, maar wel belangrijk voor de verdere beleidsontwikkeling van de agrarische sector in Horst aan de Maas.
Na een wat lange inleiding door Frits van der Schans werd duidelijk dat “duurzaamheid” alles te maken heeft met eeuwige kringlopen. De aarde brengt planten voort, de dieren eten de planten, de dieren poepen, de mest gaat weer in de aarde en die brengt weer nieuwe planten voort. Probleem voor Nederland: wij voeren veevoer in uit het buitenland en vrijwel alle mest blijft in Nederland achter. Een verstoring van die eeuwige kringloop: er komen meer mineralen (via de mest) in de Nederlandse grond dan de aarde (en plantengroei) kan verwerken! Er wordt te veel nitraat, fosfaat en ammoniak geproduceerd door de Nederlandse veehouderij.
Meer algemeen vertelde de inleider dat duurzaamheid getoetst moet worden binnen drie domeinen: People (de belangen van de mensen, de gemeenschap), Planet (de belangen van de aarde, het milieu) en Profit (de belangen van de ondernemer, winst maken). De domeinen overlappen elkaar en kunnen elkaar in evenwicht houden of een van de domeinen kan overheersen. Indien “Profit” het grootste domein is, gaat dat ten koste van de mensen (People) en het milieu (Planet).
Opvallend was dat – ondanks de nadruk op evenwicht en balans – de vragen vanuit met name de CDA-fractie vooral gericht waren op de economie, de “Profit”. Zo werd veronderstelt dat de “economische” factor groot kon blijven als je bijvoorbeeld filters plaatst om de ammoniakuitstoot te verkleinen. Dan kun je vervolgens meer vlees produceren… Door de focus op die economische kant van de zaak, kwam de discussie over duurzaamheid moeilijk op gang.
De SP-fractie stelde - bij monde van Michael van Rengs - dat het college van B&W de omgevingsfactoren (het domein"Planet") te vaak over het hoofd ziet. Hij gaf aan "het toch wel ontzettend vreemd" te vinden, "dat er een NGB kan komen onder het mom van duurzaamheid, terwijl de inleider zelf twijfels heeft bij de duurzaamheid-aspecten van een biovergister, zoals die door het Nieuw Gemengd Bedrijf gepland is”. Duurzaamheid is volgens Van Rengs meer dan alleen zorgen dat de boekhouding klopt. Je moet het probleem naar zijn mening op wereldniveau zien en over verschillende generaties heen. Hij definieerde - in een commentaar op de discussie in de commissie Ruimte - het begrip duurzaamheid aan de hand van de behoeftevoorziening van de toekomstige generaties die volgens hem tenminste 4 dimensies heeft: een sociale (rechtvaardigheid op wereldvlak), een ecologische (respect voor de draagkracht van de aarde), een participatieve (inspraak van de burgers in bepaling van beleid) en een economische (productie en consumptie voor behoeftebevrediging).
Tijdens de inleiding stelde ook wethouder Litjens een aantal vragen. Hij kon de indruk niet wegnemen, dat hij er sterk op gericht was om extra munitie te krijgen om de duurzaamheid van het NGB aan te tonen. Die duidelijkheid kreeg hij niet. Het is maar net hoe je de cijfers uitlegt, zo bleek…
De twee burgers op de publieke tribune gaven nog de meest treffende commentaren. De ene hield een hartstochtelijk pleidooi tegen multinationals, die volgens de spreekster alles kapot maken, omdat alles op steeds grotere schaal gebeurd en er geen menselijke maat meer is. De agrarische multinationals, waaronder de vleesprijsvechters, verzieken de oerwouden in Brazilië en de economie in Afrika.
De ander gaf aan dat hij er van schrok dat er kennelijk een probleem was, omdat er een mestoverschot is. Hij stelde verbaasd te zijn over het feit dat de raad in meerderheid niet kijkt naar hoe we die mestoverschotten kunnen verkleinen. Bijvoorbeeld door het minderen van het aantal dieren! , De raad houdt zich er kennelijk meer mee bezig met hoe we dit mestoverschot buiten het land krijgen (door export), om zo aan normen te voldoen en toch meer vee te kunnen houden. SP-raadslid Michael van Rengs steunde de twee tribunezitters van harte. Het CDA in de persoon van raadslid Joop de Hoon probeerde de betogen vanaf de zijkant een beetje aan de kant te schuiven en deed het voorkomen dat met dit soort betogen de hele agrarische sector kapot gemaakt wordt. Daarmee aantonend dat hij en het CDA nog een hele weg te gaan hebben om in te zien dat winst maken toch echt in balans moet komen met de belangen van mensen en de aarde (het milieu). Maar – zoals een van de burgers na afloop verzuchte naar aanleiding van de voor hem teleurstellende reacties van commissieleden – “ze kunnen straks niet meer zeggen: ‘wir haben es nicht gewusst’”.
- Zie ook:
- Landbouw