Kritische noten FNV in rapport over Work First
Kritische noten FNV in rapport over Work First
Begin 2005 heeft de SP een beperkt onderzoek verricht naar de werking van Work First – een werkproject voor werkzoekenden - in de gemeente Horst aan de Maas. De SP constateerde dat de deelnemers aan het project slecht begeleid werden, nauwelijks passend werk kregen en dat veel mensen zich afkeerden van het project.
Dit uit zich in apathie, uitval, mensen die hun heil zoeken in het informele (illegale) circuit en mensen die ziek thuis zitten. Ook constateerde de SP dat er nauwelijks ruimte en tijd bestaat om met mensen met psychische of psychiatrische problematiek rekening te houden, laat staan hen op maat te begeleiden. Tot slot constateerde de SP dat het probleem van ‘werkloosheid’ verschuift naar het probleem van ‘werkende armoede’, waarbij mensen aangewezen lijken op het informele circuit zonder echte arbeidsvoorwaarden en –rechten. Wethouder Stas stelde dat het onderzoek van de SP geen enkele grond zou vinden in de werkelijkheid. Inmiddels heeft de FNV ook onderzoek gedaan naar de effecten van de Wet Werk en Bijstand in het algemeen en Work First in het bijzonder. De constateringen in het onderzoek sluiten aan op het eerder door de SP Horst aan de Maas verrichte onderzoek en de kritische kanttekeningen die de SP geplaatst heeft bij de invoering van de WWB in Horst aan de Maas. Het rapport van de FNV is voor de SP reden wethouder Stas een aantal vragen te stellen.
In een brief aan het college van B&W stelt de SP een dertiental vragen. Gevraagd wordt onder andere naar het aantal deelnemers aan het project Work First, hoe lang werkzoekenden mee doen aan het project, de uitstroomresultaten, de mate waarin deelnemers begeleid worden door casemanagers, hoeveel draaideurcliënten – mensen die steeds na een korte werkperiode weer een beroep moeten doen op de bijstand – de gemeente telt en in welke mate er door het project Work First verdringing plaats vindt van WSW-ers.
Verder wijst de SP er op dat de FNV constateert dat er steeds meer mensen financieel in de knel komen. Een grotere druk op de schuldhulpverlening, zoals ook in Horst aan de Maas geconstateerd, en het opzetten van voedselbanken (behoefte in Horst aan de Maas wordt door Stand-by momenteel onderzocht) zijn de symptomen van een verslechterde economie en de afbraakmaatregelen van de overheid. Wethouder Stas heeft – in Dagblad de Limburger - gesteld dat een voedselbank niet nodig is en zelfs leidt tot imagoschade voor de gemeente. De opmerking dat mensen waar nodig toch altijd een (financieel) beroep kunnen doen op de gemeente, roept bij de SP de vraag op of bij de betrokken wethouder sprake is van een ‘tunnelvisie’ (“wij doen ons best, dus kan het niet slecht zijn”). De SP deelt de mening van de wethouder dat het eigenlijk een schande is dat er voedselbanken zijn. Beter gezegd: het is een schande dat er kennelijk (weer) voedselbanken nodig zijn. De FNV wijst er op dat soms sprake is van lange wachttijden voordat een uitkeringsaanvraag gehonoreerd wordt, waardoor financiële problemen ontstaan. Vandaar dat de SP de vraag stelt hoeveel tijd er zit tussen de aanvraag van een uitkering en de uiteindelijke toekenning en daadwerkelijke uitkering sinds de invoering van de WWB?
Tenslotte wil de SP ook weten wat er gebeurd met de mensen, door de FNV ‘afhakers’ genoemd, die geen aanvraag voor bijstand indienen. De FNV constateert dat ‘afhakers’ in financiële of psychische problemen komen en vermoedt dat afhakers zijn gaan zwerven of in het criminele circuit terecht zijn gekomen. De SP vraagt of de gemeente Horst aan de Maas inmiddels onderzoekt waar haar ‘afhakers’ blijven.