h

Kritiek op voorstel tot weren burgerraadslid bij burgerpodium

27 mei 2020

Kritiek op voorstel tot weren burgerraadslid bij burgerpodium

Foto: Hans van de Beele / SP Horst aan de Maas

Een meerderheid van het presidium van de gemeenteraad van Horst aan de Maas stelt voor om het regelement van orde van de gemeenteraad te wijzigen. De wijziging komt er op neer dat burgerraadsleden voortaan niet meer mogen inspreken tijdens het burgerpodium. In de praktijk, zo blijkt uit vragen van de SP-fractie, heeft er slechts één persoon gebruik gemaakt van het burgerpodium, die tevens burgerraadslid is. Het gaat daarbij om de voorzitter van de Werkgroep Arbeidsmigranten Horst aan de Maas Paul Geurts, die naast zijn voorzitterschap ook burgerraadslid is.

Het burgerpodium is bedoeld voor inwoners en derden – denk bijvoorbeeld aan een comité dat opkomt voor behoud van Zwembad De Berkel – om een onderwerp aan te kaarten dat niet op de raadsagenda staat. Volgens een deel van het presidium moet een bestuursorgaan (de gemeenteraad) niet willen dat een bestuurder (een burgerraadslid) met een persoonlijk belang kan inspreken. De verdere besluitvorming kan daardoor immers beïnvloed worden.

In een brief aan de gemeenteraad schrijft de persoon waar de wijziging met name op gericht lijkt – Paul Geurts – dat met de wijziging een onjuist middel wordt gehanteerd (zie bijlage). Hij stelt dat als een burgerraadslid inspreekt niet als burgerraadslid, maar als vertegenwoordiger van een belangengroep, iedereen ziet welk belang hij vertegenwoordigt. Vervolgens stemt hij niet mee en is er dus geen andere beïnvloeding dan hetgeen hij als belangenvertegenwoordiger uitspreekt. In de gemeenteraad zelf spreken en stemmen echter allerlei raadsleden die óók lid zijn van een organisatie, zoals een sportvereniging, een maatschappelijke organisatie en dergelijke, gewoon mee. Dát zou voorkomen moeten worden. Dat kan door – voorafgaande aan de bespreking van een agendapunt – aan te geven welke raadsleden een belang hebben bij de kwestie en dan niet mee mogen praten en stemmen over het betreffende punt.

Naar de mening van Geurts zit het probleem niet in de mogelijkheid gebruik te maken van het burgerpodium, maar in het feit dat burgerraadsleden zoals hij de eed of gelofte hebben moeten afleggen om hun onafhankelijkheid te benadrukken. Terwijl het ‘instituut’ burgerraadsleden juist in het leven is geroepen vanwege een specifieke deskundigheid of betrokkenheid bij maatschappelijke organisaties. Burgerraadsleden zijn in die zin per definitie mensen die ‘de maatschappelijke betrokkenheid’ in het debat brengen. Dat geld in ieder geval voor de SP, aldus Geurts. “Er kan toch moeilijk bezwaar gemaakt worden tegen het feit dat een burgerraadslid precies doet wat de SP zo belangrijk vindt: mensen mobiliseren, verbinden, betrekken bij het democratisch proces en dat óók tot uiting laten komen in een instrument als het burgerpodium”.

Overigens kan gesteld worden dat een (burger)raadslid ook diens gewone rechten als burger behoud. Als burger mag hij gewoon opkomen voor zijn belangen. Dat is een grondrecht. Eén van de manieren om voor je belangen op te komen is om als burger gebruik te maken van het burgerpodium. Door Geurts het recht te ontzeggen gebruik te maken van het burgerpodium wordt hem feitelijk een grondrecht onthouden. Dat is juridisch gewoon niet in de haak.

U bent hier