Antwoord minister Ploumen op vragen Kamerleden over geweld sojaboeren in Brazilië
Antwoord minister Ploumen op vragen Kamerleden over geweld sojaboeren in Brazilië
Op 1 oktober 2012 organiseerde Behoud de Parel samen met de SP Werkgroep Land- en Tuinbouw Noord-Limburg en een aantal andere organisaties de Talkshow “Veevoer & Soja” op de Floriade. Tijdens de Talkshow kwam informatie naar voren over geweld van de grote sojaboeren in Brazilië tegen de lokale bevolking (kleine boeren en indianen), met name in Mato Grosso do Sul. Naar aanleiding van de Talkshow en het gesprek met de Brazilianen hebben de Kamerleden Van Gerven (SP), Vos (PvdA) en Schouw (D’66) aan de staatssecretaris van EL&I en de minister van Buitenlandse Zaken op 1 november 2012 vragen gesteld over het geweld in de Braziliaanse sojateelt en de betrokkenheid van de Nederlandse staat en/of Nederlandse bedrijven bij de grootschalige sojateelt (lees hier het artikel over de Kamervragen). De minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, Lilianne Ploumen (PvdA) heeft de Tweede Kamerleden schriftelijk geantwoord.
Geweld
De minister antwoordt de Kamerleden dat zij op de hoogte is van de schending van landrechten en het geweld tegen inheemse bevolkingen en kleine boeren door grootschalige sojaboeren. De Nederlandse overheid kaart – zo antwoordt de minister aan de Kamerleden - de rechten van de inheemse bevolking met regelmaat aan bij de Braziliaanse regering. Zo is tijdens het bezoek van EU parlementsleden van de EU-Mercosul groep aan Brazilië op 31 oktober en 1 november jl. de invloed van de winning van soja op de leefomstandigheden van de inheemse bevolking specifiek aan bod gekomen. Ook wordt FUNAI, het onderdeel van de Braziliaanse overheid verantwoordelijk voor (de bescherming van) de inheemse bevolking in Brazilië, regelmatig uitgenodigd om met de EU ambassades van gedachte te wisselen over de ontwikkelingen. Ook in het kader van de Universal Periodic Review, 4-jaarlijkse VN Mensenrechtenraad-toetsing van de mensenrechtensituatie in alle lidstaten, van Brazilië heeft Nederland specifiek aandacht gevraagd voor de situatie van de inheemse bevolking. Tijdens de internationale dag van de Mensenrechten op 10 december, zal de Nederlandse ambassade met de VN, de EU delegatie en het Braziliaanse Mensenrechtensecretariaat een publicatie presenteren over Braziliaanse mensenrechtenverdedigers. Tien mensenrechtenverdedigers werden hiervoor geïnterviewd, waaronder de Guarani-Kaiowá leider dhr. Eliseu Lopes. De Nederlandse ambassade heeft contact met CIMI en ondersteunt de organisatie al sinds enkele jaren. Zo bracht de Nederlandse ambassadeur in Brazilië op 10 december 2009, de Internationale Dag van de Mensenrechten, een bezoek aan de Guarani-indianen. De ambassade heeft vervolgens CIMI financieel ondersteund met een project waarmee de Guarani-indianen op hun rechten werden gewezen en werden ondersteund om zich beter te organiseren.
Ook in 2010, 2011 en 2012 zijn projecten en bijeenkomsten van CIMI gesteund door de Nederlandse ambassade met als doel herbebossing en bewustmaking van jonge indianen en het herwinnen van hun traditionele manier van leven. “Conselho Indigenista Missionário” (CIMI) is bovendien uitgenodigd om deel te nemen aan een seminar rond mensenrechten in Brussel in november 2012.
Duurzame sojateelt
De afgelopen jaren is volgens minister Ploumen duurzaamheid prominent op de agenda van het Nederlandse bedrijfsleven komen te staan. Sinds 2005 hebben sojaproducenten, handelaren, verwerkers en NGO’s, waaronder het Productschap voor MVO, Nevedi, Unilever, Nutreco, Rabobank, Solidaridad en WNF in het kader van de Round Table on Responsible Soy (RTRS) samen gewerkt aan het vaststellen van een duurzaamheidsstandaard voor soja. In deze standaard worden zowel ecologische, economische als sociale componenten meegenomen. De standaard voor duurzame soja is in mei 2010 vastgesteld. De Nederlandse industrie heeft zich inmiddels gecommitteerd om in 2015 alleen nog maar duurzame soja te importeren en te verwerken, los van herkomstland of gebied (‘Intentieverklaring ketentransitie verantwoorde soja’). Nederland is daarmee mondiaal voorloper in verduurzaming van de sojateelt en handelsketen. De Nederlandse overheid heeft vanaf het begin dit initiatief van de Round Table on Responsible Soy (RTRS) gesteund en gefaciliteerd. Richting de Braziliaanse overheid, producenten, verwerkers, handel en financiers is dat ook de boodschap die de Nederlandse overheid uitdraagt. Daarnaast is in oktober 2008 het Initiatief Duurzame Handel (IDH) opgericht. Dit betreft een publiek – privaat platform gefinancierd door het bedrijfsleven, NGO’s en de overheid dat ook een belangrijke bijdrage levert aan de verduurzaming van internationale agroketens, waaronder die van soja. Onderdeel van IDH is sinds dit jaar ook het Soy Fast Track initiatief dat gericht is op het ondersteunen en stimuleren van duurzame soja. Hierin wordt samengewerkt met het platform van Nederlandse bedrijven, Task Force Duurzame Soja.
De Nederlandse ambassade in Brasília brengt waar mogelijk MVO op in de contacten met Nederlandse bedrijven. Hierbij wordt gesproken over mogelijke implicaties van de herziene OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen, waarbij bedrijven geacht worden zich aan de regels te houden. De richtlijnen maken duidelijk dat overheden een taak hebben te beschermen en bedrijven een expliciete taak hebben om mensenrechten te respecteren. Tevens worden bedrijven gewezen op mogelijkheden om zich aan te sluiten bij initiatieven van het Braziliaanse instituut (NGO) Ethos op het gebied van het verbeteren van werkomstandigheden.
Tijdens de Talkshow is vanuit diverse deskundigen kritiek geuit op de Round Table. Het valt op, dat de minister – die toch bekend zou moeten zijn met deze kritiek, die breed leeft – nauwelijks kanttekeningen plaats bij de resultaten van de Round Table.
Betrokkenheid Nederland bij sojateelt
Nederland is niet alleen de grootste importeur van soja uit Brazilië. Er zou volgens bronnen in Brazilië ook sprake zijn van betrokkenheid van de Nederlandse ambassade in Brazilië en van de Rotterdamse haven en/of Nederlandse baggerbedrijven bij het maken van een haalbaarheidsstudie naar de kanalisering, verbreding of verdieping van rivieren in Mato Grosso ten bate van het transport van soja. De Kamerleden vragen de bewindspersonen of dat klopt en zo ja, waaruit die betrokkenheid dan bestaat en of ze verantwoord is, gezien de negatieve sociale en milieu gevolgen van de massale sojateelt, zoals geweld tegen inheemse bevolking en ontbossing? Verder vragen de Kamerleden of het bekend is dat bepaalde Nederlandse banken een significante rol spelen als financier van de uitbreidingsinvesteringen van de grootschalige sojaplantages ter plekke.
De minister antwoordt dat de Nederlandse ambassade niet betrokken is bij noch bekend is met een haalbaarheidsstudie naar de kanalisering, verbreding of verdieping van rivieren in Mato Grosso ten bate van het transport van soja door de Rotterdamse haven en/of Nederlandse baggerbedrijven. En wat de banken betreft schrijft mevrouw Ploumen, dat er één Nederlandse bank is - gedoeld wordt op de Rabobank (red.) - die overwegend actief is in de agrarische sector in Brazilië. Als onderdeel van zijn MVO-beleid, beschikt deze bank reeds over een ‘code of conduct’. Deze ‘code of conduct’ bevat sociale en ecologische regels en criteria waaraan financieringsverzoeken worden getoetst.
- Zie ook:
- Landbouw