h

Gemeenteraad wil verder in gesprek over burgerinitiatief voor ander landbouwbeleid

25 november 2011

Gemeenteraad wil verder in gesprek over burgerinitiatief voor ander landbouwbeleid

landbouwDinsdag 22 november heeft de gemeenteraad van Horst aan de Maas het burgerinitiatief vóór een onderzoek naar de mogelijkheden van een alternatief duurzaam landbouwbeleid voorlopig afgewezen. De raad wil wel met de Werkgroep Land- en tuinbouw Noord-Limburg, die het burgerinitiatief georganiseerd heeft, verder in discussie gaan over de argumenten voor een alternatief lokaal landbouwbeleid. D66 en de SP-fractie zijn van mening dat het burgerinitiatief wel meteen al aangenomen zou moeten worden en dat de gemeente instemt met het onderzoek naar de mogelijkheden van een ander landbouwbeleid in Horst aan de Maas.

Burgerinitiatief
De Werkgroep Land- en Tuinbouw Noord Limburg – opgericht door de SP Horst aan de Maas - vormt sinds 2004 een actieve groep van 12 personen. Dinsdagavond 13 september (zie het eerdere artikel op deze site) bood Riky Schut namens deze werkgroep 122 handtekeningen aan aan de gemeenteraad van Horst aan de Maas in het kader van het burgerinitiatief “Naar een alternatief - lokaal - landbouwbeleid in Horst aan de Maas”. In een begeleidende brief wordt aan de gemeenteraad gevraagd om een onderzoek te laten uitvoeren naar welke mogelijkheden er zijn om gemeentelijk landbouwbeleid te ontwikkelen, dat zich richt op gezinslandbouw en een regionale en milieuvriendelijke productie. Als onderdeel van dat onderzoek wordt gekeken welke effecten zulk een gemeentelijk landbouwbeleid heeft op de biodiversiteit binnen de gemeente, op het natuurlijk karakter en de inrichting van het landelijk gebied en natuurlijk op de economische situatie van ondernemers binnen de gemeente, alsook de economische situatie voor het toerisme en voor de gemeente Horst aan de Maas als geheel.

Paul Geurts, voorzitter van de SP-werkgroep Land- en Tuinbouw Noord-Limburg, licht het burgerinitiatief toe aan de gemeenteraad

Reactie gemeenteraad op burgerinitiatief
De SP-fractie stelde – bij monde van SP-woordvoerder Anthony van Baal – dat ons voedselsysteem de komende jaren een omslag zal moeten gaan maken naar ‘cradle to cradle’. “Horst aan de Maas als agrarische gemeente bij uitstek kan hier een voortrekkersrol in spelen. Overal in het land hoor je dat het zo niet verder kan met de intensieve veeteelt. Binnen het huidige systeem dwingen de lage prijzen boeren tot steeds goedkoper te produceren . Dat dit volgens de huidige methoden in strijd is met duurzaamheid wordt over het hoofd gezien. Goedkoper produceren is echter wel degelijk mogelijk. Juist door duurzaam te produceren en daarbij te besparen op belangrijke kosten van chemicaliën en kunstmest. Omdat deze producten eindig zijn, zullen de kosten steeds verder oplopen. Wij denken dat het tijd wordt om te laten onderzoeken of het niet anders kan, of misschien wel moet. Daarom sluiten wij ons aan bij hetgeen de burgers vragen in het burgerinitiatief”.

Weijs (CDA) was van mening dat het burgerinitiatief ingediend was door de SP. Kennelijk was hem ontgaan dat 122 burgers – inclusief ondernemers - het initiatief ondertekend hadden. Omdat – naar zijn mening - de SP (en niet 122 burgers) het voorstel in de vorm van een burgerinitiatief had ingediend, zou het niet mogelijk zijn, om met de werkgroep in debat te gaan. Wat betreft het indienen van een burgerinitiatief, georganiseerd door een politieke partij merkte Hendriks van Essentie (VVD) op, dat de gemeenteraad de regels voor een burgerinitiatief had opgesteld en dat dit burgerinitiatief daar aan voldeed. Paul Geurts, voorzitter van de werkgroep Land- en Tuinbouw Noord-Limburg, merkt op dat er in die regels niet staat dat je met de indieners niet in debat zou kunnen gaan. Als het CDA dat echt gewild had, was het burgerinitiatief eerst besproken in de Commissie Ruimte, samen met de werkgroepleden. Overigens liet Weijs de mogelijkheid open, dat er alsnog een debat in de commissie plaats zou kunnen vinden.

Met betrekking tot de inhoud van het voorstel stelt Weijs dat het CDA veel waarde hecht aan een ‘excellent ondernemersklimaat’ in Horst aan de Maas. Het CDA vindt het belangrijk om het ondernemersklimaat verder te versterken. Mocht het initiatiefvoorstel onherroepelijk leiden tot een beter ondernemersklimaat in Horst aan de Maas, dan kan daar volgens het CDA niemand op tegen zijn. “De heer Geurts zegt de positie van ondernemers centraal te stellen. Dus wij vragen de indieners aan te tonen dat het Initiatiefvoorstel draagvlak heeft bij alle ondernemers in Horst aan de Maas, zowel van het MKB als de LLTB. Nadat de werkgroep heeft aangetoond dat ondernemers achter het voorstel staan, gaat het CDA met de indieners mee”, aldus Weijs. Hij ging verder niet in op de door de werkgroep aangevoerde argumenten en de noodzaak van een ander beleid, zowel voor de producenten (boeren) als de consumenten (burgers).

Hendriks stelde het voorstel niet te willen steunen. Hij was van mening dat ‘de markt’ en de landbouwsector niet zitten te wachten op gemeentelijk beleid op dit gebied. Hendriks gaf aan dat Essentie nog geen signalen had ontvangen, dat ‘de markt’ hierom verlegen zat. “We moeten regionale productie overlaten aan de markt. En ten aanzien van milieuvriendelijke productie zijn er genoeg regels in ons land en in Europa. Dat zijn strenge eisen, daar moeten we niets aan toevoegen”. Hendriks vertelde de raad dat hij met veel interesse het initiatief en de voorstellen had gelezen. Paul Geurts in een commentaar: “Als Hendriks zegt dat hij het goed gelezen heeft, is het vreemd dat hij gaat spreken over strengere eisen. Daar hebben wij niet om gevraagd. Wij hebben gevraagd om de ondernemers die mee willen doen aan een duurzamere regionaal gerichte voedselproductie vanuit de gemeente te faciliteren. De mogelijkheden voor die ondernemers te verbeteren. Gelukkig vond hij dat de visie van de werkgroep veel toevoegt aan het debat en dat debat naar zijn mening nog lang niet ten einde is. Dus we krijgen nog de gelegenheid om hem dat uit te leggen”.

Ook Richard van der Weegen (PvdA) wilde de ontwikkeling van de landbouw in Horst aan de Maas volledig aan ‘de markt’ overlaten. Terwijl hij in het begin van zijn verhaal stelde dat Veerman (Minister van landbouw) al in 2003 had gezegd dat het huidige systeem is vast gelopen. Hij zag desondanks geen meerwaarde in het voorstel. “De gemeentelijke overheid kan niet kiezen voor een bepaalde landbouw”, betoogde Van der Weegen. Hij vroeg zich af wat een gezinsbedrijf was waar de werkgroep voor pleitte. “Is het altijd beter?” Naar diens mening moet de overheid zich alleen richten op volksgezondheid, milieu en ruimte en niet op het een óf het ander maar aspecten naast elkaar. Een neoliberaal standpunt dat de VVD waardig zou zijn geweest. Kennelijk is Van der Weegen vergeten dat in het verleden – zo’n 40 jaar terug – het juist de PvdA was die met wethouder Stas aan de basis stond van de verdere ontwikkeling van Horst als agrarische gemeente. Door de sector te faciliteren. Juist zoals de werkgroep nu ook voorstelt om te onderzoeken of er mogelijkheden zijn dat landbouwbeleid bij te sturen richting duurzaam en regionaal georiënteerd. De PvdA-voorman stelde dat de gemeente al bezig was met ontwikkelen van duurzaamheidsindicatoren. “Hieraan moeten we nog wel handen en voeten geven, ook ten aanzien van wat het begrip duurzaamheid inhoudt.” aldus Van der Weegen, die en passant de eerste gelegenheid om daartoe te komen, afwees!

Het viel overigens op dat de PvdA-er in zijn betoog alleen inging op de Intensieve veehouderij, terwijl het voorstel handelde over de land- en tuinbouw breed. Met de beperkte reactie laadde Van der Weegen de verdenking op zich dat hij het initiatiefvoorstel nauwelijks bestudeerd had. Hij stelde dat er volop ruimte zou zijn voor de Intensieve Veehouderij. “Veel bedrijven stoppen, veel locaties komen beschikbaar. Daar moeten we sturen op ruimte en daar ligt de taak voor de overheid, vooral ook voor de provincie”. Daarmee ging hij volgens Paul Geurts volledig voorbij aan het pleidooi van de werkgroep om het gemeentelijk beleid juist bij te stellen om er voor te zorgen dat die bedrijven niet hoeven te stoppen, maar een goede boterham kunnen verdienen, omdat ze een goeie prijs krijgen voor hun producten. Opvallend was de opmerking van Van der Weegen dat de PvdA enthousiast was bij het zien van – bijvoorbeeld - de Livar-varkens bij Vullings. Kennelijk had Van der Weegen over het hoofd gezien dat Vullings juist een van de organisatoren was van het burgerinitiatief!

Na het neoliberale betoog van de PvdA-frontman kwam D66 – normaal gesproken toch ook een liberaal getinte partij – met de nuchtere constatering dat er toch niets op tegen kon zijn om een onderzoek te doen naar de mogelijkheden van een alternatief landbouwbeleid. Daar kon de gemeente toch alleen maar beter van worden. Het voorstel van het burgerinitiatief – zo concludeerde Kemperman terecht – ging helemaal niet over het doorvoeren van strenge regels, het voorschrijven van hoe bedrijven zouden moeten werken.
Kemperman moet bij het lezen van het volgens hem goed onderbouwde voorstel van de werkgroep denken aan het boek van Frank Westerman over het landbouwbeleid van de laatste 100 jaar aan de hand van het leven van Sicco Mansholt na de tweede Wereldoorlog (“Nooit meer honger”) en de economische ontwikkelingen in de landbouw en daarna. Mansholt (commissaris EU-landbouw) kwam op het laatst van zijn regeerperiode geleidelijk aan tot de ontdekking dat de ingeslagen weg naar schaalvergroting en meer voedselproductie de verkeerde weg was. De vraag om onderzoek naar de mogelijkheden van regionale, milieuvriendelijke en gezinslandbouw te doen, wordt door D66 dan ook van harte ondersteund.

De burgemeester concludeerde naar aanleiding van het debat, dat meerdere partijen in de raad wel in debat wilden gaan over het initiatief. Voorgesteld werd dat de initiatiefgroep in een open debat met de raad, ondernemers uit de sector en alle andere partijen in gesprek zou moeten gaan. Wat de vervolgprocedure betreft dacht de burgemeester aan een bespreking in commissievergadering, samen met de SP-Werkgroep. In het presidium (waarin alle fractievoorzitters zitting hebben en die de agenda van de gemeenteraadsvergaderingen bespreekt) kan de datum voor het debat vastgesteld worden. En daarmee kwam er - volgens de voorzitter van de Werkgroep Land- en Tuinbouw Noord-Limburg - toch nog een positief einde aan het debat, waarbij de deur open bleef staan voor het wegnemen van tijdens het debat in de raad gebleken misverstanden en het alsnog uitvoeren van het door de werkgroep voorgestelde onderzoek.

Hier kunt u de tekst lezen van de toespraak van Paul Geurts, voorafgaande aan de behandeling van het burgerinitiatief in de raad, hier kunt u de brief lezen, die de werkgroep gestuurd heeft aan de raadsleden, ter verdere toelichting op het burgerinitaitief en hieronder kunt u het debat over het burgerinitiatief beluisteren.

U bent hier