h

SP stelt schriftelijke vragen over lunchroom Griendtsveen.

25 februari 2010

SP stelt schriftelijke vragen over lunchroom Griendtsveen.

In de afgelopen raadsperiode hebben er veranderingen plaatsgevonden in Griendtsveen. De veranderingen hebben te maken met het openen van een lunchroom en solexverhuur. Door omwonenden zijn brieven gestuurd naar het college. De SP-fractie in de gemeenteraad van Horst aan de Maas wil onduidelijkheden wegnemen.
Op de solex in Griendtsveen
De onduidelijkheid in deze zaak heeft te maken met de communicatie naar de omwonenden en de moeilijkheid tot handhaving van gemaakte afspraken. De SP heeft de stukken gelezen, zich laten informeren door de omwonenden en heeft naar aanleiding daarvan enkele specifieke vragen over deze kwestie. Deze vragen heeft de SP gesteld via een brief aan het college van B&W.

De vragen die de SP gesteld heeft, zijn:

  • Wat is in de ogen van het college “kleinschaligheid” en wat zijn hiervoor de kaders? Zijn er maxima qua aantal zitplaatsen op een terras of aantal solexen?
  • De lunchroom mag een bepaalde periode in het jaar geopend zijn. De solexverhuur mag het hele jaar doorgaan. Hoe regelt de gemeente de handhaving in deze? Het lijkt de SP namelijk erg lastig om de lijn te zien tussen het inschrijven met broodje en het daadwerkelijk uitbaten van een lunchroom. Hoe wordt de grens duidelijk gemaakt aan de ondernemer en aan de omwonenden tussen wat wel of niet mag?
  • Hoe ziet de handhaving er daadwerkelijk uit? Worden er controles uitgevoerd? Wat zijn de gevolgen als er zaken aan het licht komen, die niet mogen?
  • Kan het college ons duidelijk maken hoe het kan dat iets wat in de illegaliteit gebeurde, achteraf als maatstaf leidend kan zijn in het legaliseringtraject?
    Voorbeeld: Er stond een tent, die er niet had mogen staan, maar deze wordt nadien aangehaald ter verbetering. Beter een inpandig gebouw dan een tent. Terwijl deze dus illegaal stond. Er werden geen horeca activiteiten gedaan, terwijl er later toch naar teruggegrepen werd in het vergunningstraject. De toiletgroep, die er oorspronkelijk niet stond, werd later aangegrepen om te renoveren. Dus kortom: kunnen “illegale” zaken wel als motivatie dienen om een vergunning te verstrekken? Het kan volgens de SP namelijk niet dat hier het “gewoonterecht” wordt aangegrepen.
  • Waarom zijn de meeste argumenten van de omwonenden niet meegenomen in het traject? Eerst is er een convenant gemaakt in samenwerking met toenmalig wethouder Stas. Daarna is het geheel weer volledig uitgebreid. Kan het college aangeven waarom dit zo gelopen is?
  • De aanvraag horeca vergunning werd in 2007 niet ontvankelijk verklaard. Inzage in de wel ontvankelijke vergunning hebben de inwoners niet gehad. Hoe kon dit gebeuren? Waar is de originele vergunning geplaatst of verspreid? Hadden de omwonenden de kans de originele vergunning in te zien en hierop eventueel bezwaar te maken?
  • Wat kan de gemeente in de toekomst doen om dit traject communicatief sterker te maken. Er zijn altijd twee partijen in een zaak, maar de omwonenden voelen zich niet serieus genomen. Kan het college actiepunten aanhalen ter versterking van haar eigen communicatie?
  • Vraag is ook waarom artikel 19.2 W.R.O is toegepast en niet art.19.1 , dit mede gezien de enorme impact op de omgeving.

De beantwoording van deze vragen geschiedt schriftelijk, omdat de vragen erg belangrijk zijn voor het nog te doorlopen proces. De SP blijft het traject nauwgezet volgen.

U bent hier