Horst aan de maas

Op 27 november j.l. werd in de gemeen-teraad de visie op de verblijfsrecreatie behandeld. De SP vindt het prima dat er een geactualiseerde visie ontwikkeld wordt. Daarbij is het wel van belang de verhouding tussen agrarische bedrijven, recreatie en milieu te bewaken. Kleinschaligheid, inpasbaarheid in het landschap en herkenbaarheid voor onze omgeving en identiteit zijn voor de SP belangrijk. Zonering kan hierbij helpen, want het schept duidelijkheid en helpt ons per gebied gerichte prioriteiten te stellen.

Naast de positieve opmerkingen heeft de SP enkele vragen gesteld om haar zorgen te uiten voor de bestaande bedrijven. Het is goed dat campings ruimte krijgen, ook in het buitengebied, maar de bestaande bedrijven verdienen wel bescherming om verder te kunnen in hun exploitatie. Een bestemmingsplanwijziging via een artikel 19 procedure moet niet koste wat kost toegepast worden, want de belangen van de bestaande agrarische bedrijven zijn groot.

Wat betreft de Wet geurhinder veehouderijen (Wgv) had de SP graag een uitgebreidere visie gezien. Hoewel volgens de Wgv geen rekening gehouden hoeft te worden met recreatiewoningen – daar deze niet permanent bewoond worden – zou je hier als gemeente een voorbeeld kunnen zijn, door toch voor de bescherming van gasten te kiezen.

Verder is het begrip kleinschaligheid wel erg ruim, omdat een kleinschalige camping al 25 kampeerplaatsen mag hebben en zelfs zou kunnen uitbreiden. Bij de SP rijst dan de vraag of er nog sprake kan zijn van een nevenactiviteit. Kamperen bij de boer oké, maar het moet dan wel een boer blijven met camping en niet omgekeerd.
We hebben ingestemd (met in achtneming van onze opmerkingen) met het voorstel, daar we het in grote lijnen eens zijn met dit brede kader. Bij de daadwerkelijke invulling zullen we de zaken kritisch blijven volgen.

Meer informatie: Michael van Rengs, 077 4641285 of horst@sp.nl