h

Angel uit WSW-voorstellen staatssecretaris Van Hoof

26 november 2005

Angel uit WSW-voorstellen staatssecretaris Van Hoof

Waakzaamheid blijft geboden
Een aandachtig gehoor viel Jef Kleijnen ten deel tijdens een informatieavond over de plannen van Staatssecretaris Van Hoof (VVD) met de WSW. Jef Kleijnen, zelf WSW-er, ging uitgebreid in op de plannen die onlangs in de Tweede Kamer besproken zijn. Hij kon de aanwezigen vertellen dat het voorstel om WSW-ers die vóór 1998 geïndiceerd zijn, opnieuw te beoordelen met als doel, doorstroming naar de reguliere arbeidsmarkt, door de Tweede Kamer is afgeschoten. Tegelijkertijd waarschuwde hij de aanwezigen en de gemeente om waakzaam te blijven.

Plannen Van Hoof
Staatssecretaris Van Hoof heeft een aantal plannen bedacht met als doel zoveel mogelijk men-sen uit de WSW te krijgen. Naar zijn idee moet uiteindelijk nog maar eenderde deel in de WSW blijven, eenderde moet gedetacheerd worden en eenderde moet naar de reguliere markt. Om dat laatste te bereiken wilde hij de WSW-ers die vóór 1998 voor de WSW geïndiceerd zijn, laten herindiceren. Acties hebben dit plannetje doen sneuvelen.

Een ander plan betreft het omvormen van de SW-bedrijven naar puur dienstverlenende be-drijven. De industriële poot zou daarmee verdwijnen. Praktisch vult Van Hoof dat in, door niet meer te (laten) investeren in machines en dergelijke wat op zich al een fikse bezuiniging betekent. Maar ook tot uitsluiting zal leiden. Veel WSW-ers vallen dan uit de boot, omdat ze dat soort werk niet kunnen verrichten. Kleijnen wijst dat plan dan ook rigoureus van tafel.
Van Hoof wil verder voorkomen dat arbeidsongeschikten de eerste twee jaar in de SW instromen. Daarmee droogt de instroom op en ontstaat het risico dat de SW-bedrijven bij gebrek aan werknemers doodbloeden. Dat effect wordt nog eens versterkt doordat de indicatiestelling verschoven is van de indicatiecommissies die de bedrijven zelf in het leven hadden geroepen, naar het CWI. Dit CWI is door te weinig deskundigheid onvoldoende toegerust om goed te indiceren en lijkt zich in ieder geval ten doel te stellen weinig mensen te indiceren, getuige de resultaten tot nu toe: 25 van de 100 kandidaten worden slechts toegelaten tot de personenkring van de SW (dus positief geïndiceerd).

Van Hoof is verder van mening dat WSW-ers te veel verdienen. Het is hem een doorn in het oog dat binnen de WSW op basis van een CAO functieloon wordt uitbetaald. Hij wil toe naar het afschaffen van de D-schalen – die overigens al niet meer zoveel voor komen in de WSW omdat er al volop met de kaasschaaf is gewerkt – en tot een maximering van het loon tot 140% van het minimumloon. Deze maatregel wordt gerechtvaardigd vanuit het argument dat mensen dan sterker geprikkeld worden om door te stromen naar de reguliere markt.

Gemeente, wees op uw hoede!
Kleijnen wijst er op dat gemeenten eindverantwoordelijk zijn voor de WSW en op moet draaien voor eventuele tekorten. Dat zou veronderstellen dat ook de gemeenteraad bovenop de WSW blijft zitten, want de WSW loopt, zeker door de plannen van Van Hoof, grote risico’s. Immers de uitstroom van de beste krachten in de WSW zorgt er voor dat die bedrijven minder productiekracht bezitten. En die risico’s worden alleen maar versterkt door de concurrentie vanuit de lagelonenlanden op werk dat juist voor de WSW-ers erg geschikt is, namelijk de industriële productie. Ondanks die risico’s voor gemeenten zijn die gemeenten en met name de gemeenteraden op afstand gezet doordat massaal gekozen is voor NV- en BV-structuren. Raden kunnen straks als een donderslag bij heldere hemel geconfronteerd worden met enorme bedragen die bijgelapt moeten worden.

Work First verdringt WSW-ers
Veel SW-bedrijven hebben Work First-projecten opgezet. Officieel geldt dat die strikt gescheiden worden van de WSW. Dat betekent gescheiden trajecten en gescheiden financiering. En verder mogen de projecten geen verdringing betekenen voor de WSW-ers. Dat laatste gebeurt indirect natuurlijk wel: de deelnemers aan Work First verrichten namelijk werk dat voorheen door WSW-ers verricht werd. Daarmee wordt de spoeling aan werk voor WSW-ers dunner.

Respect!
Kleijnen beëindigt zijn inleiding met de stelling dat aan de verslechteringen die op de WSW-ers af komen te weinig gedaan wordt. Hij stelt dat er meer respect zou moeten komen voor de 98.000 mensen die op vrijwillige basis een bijdrage leveren aan de economie en een onmisba-re schakel vormen in die economie. Dat respect ontbreekt, getuige de weigering van werkge-vers, WSW-ers in hun bedrijven op te nemen!

U bent hier