h

Mogen wij ons even voorstellen: de SP-werkgroep Land- en Tuinbouw

5 juli 2004

Mogen wij ons even voorstellen: de SP-werkgroep Land- en Tuinbouw

In Noord-Limburg is de agrarische sector een belangrijke pijler onder de economie. Maar – net als in heel Nederland – staat die pijler sterk onder druk. Per dag stoppen er in Nederland zo'n 12 boerenbedrijven. Boerenbedrijven worden geconfronteerd met allerlei ontwikkelingen. Op wereldschaal. Op Europees niveau. En natuurlijk in Nederland zelf. We hebben te maken met de verdergaande liberalisering van de wereldhandel, de Europese hervormingen, waarbij inkomenssteun losgekoppeld is van de productie, de toetreding van Oost-Europese landen tot de EU en we hebben te maken met richtlijnen voor voedselveiligheid, milieu, natuur en dierenwelzijn.

De SP en haar leden in Noord-Limburg hebben dagelijks te maken met al deze ontwikkelingen. Omdat ze zelf boer zijn óf omdat ze consument zijn van de producten die de boeren produceren. Reden genoeg om een werkgroep op te richten die zich verder gaat verdiepen in al die ontwikkelingen. Een werkgroep die open staat voor alle mensen die zich verbonden weten met de agrarische sector of daar zelf in werkzaam zijn.

Hier staan we voor
De werkgroep Land- en Tuinbouw wil boeren en consumenten bij elkaar brengen en hen bewust maken van de wederzijdse belangen. De prijs die de consument betaalt, hangt sterk af van de ontwikkelingen op Europees niveau en op wereldschaal. De kwaliteit van het voedsel hangt nauw samen met de manier waarop de boeren omgaan met de productie. Of er een markt is voor de boeren en voor welke producten er een markt is, hangt sterk af van de opvattingen van de consumenten over de prijskwaliteitverhouding van de producten en de manier van "produceren". De werkgroep wil de discussie tot stand brengen tussen boeren en consumenten over deze onderwerpen. Door het organiseren van informatie- en thema-avonden en het organiseren van allerlei andere activiteiten die dat doel dienen. Een tweede punt waar de werkgroep zich op richt is de inkomenspositie van de boeren. Wat zijn de sociaal-economische gevolgen van alle ontwikkelingen die hiervoor genoemd zijn? Welke oplossingen kunnen aangedragen worden voor de structurele oorzaken bij de verarming? Hoe kan het werk op het platteland behouden blijven? En tenslotte: hoe kunnen we de sociale zekerheid in de land- en tuin- bouw verbeteren? Het derde punt betreft de manier waarop boeren en consumenten gezamenlijk de plaatselijke politiek kunnen beïnvloeden. Hoewel sterk afhankelijk van nationale en internationale ontwikkelingen bepaalt de politiek op lokaal niveau toch ook mede de mogelijkheden die boeren hebben om hun bedrijf uit te voeren. Denken we daarbij aan het bestemmingsplan buitengebied, de lokale steun in het kader van de sociale zekerheid en het bevorderen van de betrokkenheid van politici bij de land- en tuinbouw en daarmee samenhangend de consumentenbelangen met betrekking tot voedselveiligheid.

U bent hier