Kamervragen SP bij rapport huisvesting poolse arbeiders
Kamervragen SP bij rapport huisvesting poolse arbeiders
De fractie van de SP in de Tweede Kamer heeft vragen gesteld aan de minister van SoZaWe naar aanleiding van een vorige week gepresenteerd rapport door een door de gemeente Horst aan de Maas in het leven geroepen commissie. De gemeente gaf de opdracht voor onderzoek aan de commissie, naar aanleiding van nog steeds onduldbare situaties met betrekking tot de huisvesting van buitenlandse werknemers in de regio Noord-Limburg en Zuidoost Brabant. Van met name de Poolse arbeiders – alleen in Noord-Limburg al zo’n 4000, waarvan de helft illegaal – leeft een groot deel onder erbarmelijke omstandigheden in het bos of in onveilige onderkomens als oude fabriekspanden, caravans en schuren.
Al in 1994 bracht de SP een rapport uit met de veel zeggende titel “De tuinbouwmaffia onder de loep. Over tuinders die klagen en werkers die daarvan de wrange vruchten plukken”. Sindsdien heeft de driekoppige SP-fractie in de Horster gemeenteraad zeer regelmatig aandacht gevraagd voor de problematiek en het college aangespoord te handhaven. Tot nu echter zonder noemenswaardig resultaat. Sterker nog: de gemeente Horst aan de Maas bleef de aanwezigheid van illegale arbeiders en de illegale huisvesting in bijvoorbeeld fabriekspanden gedogen. Medio 2001 barste de bom: de SP had al in april gewezen op onduldbare toestanden in een brandgevaarlijk fabriekspand in Horst, waar meer dan 20 Poolse arbeiders gehuisvest waren. In oktober besloot het college van B&W die situatie te gedogen, maar tegelijkertijd gaf ze opdracht voor het onderzoek van de hiervoor genoemde externe en onafhankelijke 'adviescommissie huisvesting buitenlandse werknemers' onder leiding van de heer Curfs.
Advies Commissie
In haar rapport stelt de commissie dat voor de duizenden buitenlanders die het hele jaar door in de agrarische sector en in de industrie in Noord-Limburg werken, goede huisvesting beschikbaar moet zijn. De gemeente moet zorgen voor adequate handhaving van de regels en voorschriften die dat moeten waarborgen. Dat is de kern van de aanbevelingen van de 'adviescommissie huisvesting buitenlandse werknemers'. Volgens de commissie is de gemeente zelf mede verantwoordelijk voor de oplossing van de problemen.
De gemeente moet de huisvestingsproblematiek via drie hoofdlijnen integraal aanpakken:
- Zij moet zelf de verantwoordelijkheid nemen voor het handhaven van de wetten en voorschriften.
- Zij moet een convenant sluiten, inclusief een privacyreglement, met handhavingpartners als Arbeidsinspectie, Politie, OM en Servicepunt Handhaving Limburg om de illegale tewerkstelling van buitenlandse werknemers aan te pakken.
- Zij moet zelf het initiatief nemen om goede huisvestingsmogelijkheden te realiseren.
De voorgestelde integrale aanpak dient op korte termijn in de hele regio Noord-Limburg toegepast te worden. Om de voorgestelde integrale aanpak te kunnen invullen stelt de commissie verder voor om:
- De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te vragen geen tewerkstellingsvergunningen te verlenen als adequate huisvesting ontbreekt.
- Al voor 2002 een convenant te maken met de Stichting Wonen Noord-Limburg, de provincie Limburg en andere professionele huisvesters om voor enige honderden Poolse werknemers die op het grondgebied van de gemeente werkzaam zijn semi-permanente huisvesting te realiseren.
- In een pilotproject de handhaving van de tewerkstelling en huisvesting van buitenlandse werknemers te regelen, in samenwerking met andere handhavingpartners onder leiding van een projectgroep, waarin alle partijen zijn vertegenwoordigd.
- Het initiatief te nemen om één loket voor buitenlandse werknemers en hun werkgevers te realiseren waar ze met al hun vragen en problemen terecht kunnen.
Opmerkingen SP
Als reactie stelt Paul Geurts, fractievoorzitter van de SP in de gemeenteraad, een wat dubbel gevoel te hebben bij de verschijning van het rapport. Enerzijds is hij blij dat nu eindelijk de geluiden die zijn partij al jaren laat horen, eindelijk serieus genomen worden. Anderzijds is hij echter bang dat het allemaal weinig zoden aan de dijk zet. “De commissie is in haar analyse een belangrijk aspect vergeten, namelijk het feit dat tuinders en andere agrariërs vooral goedkope arbeidskrachten zoeken. Maatregelen die de kosten voor de (illegale) werknemers verhogen (denk aan – hogere- huurprijzen) zullen er toe leiden dat zij een hoger loon vragen of toch blijven zoeken naar illegale huisvesting. De agrarische ondernemers blijven goedkope arbeiders zoeken. Moeten ze de Polen te veel gaan betalen, dan zoeken ze andere krachten. In toenemende mate vinden ze die onder asielzoekers (zowel illegaal, i.v.m. het feit dat ze uitgeprocedeerd zijn, als “legaal”). De Poolse werknemers vinden ondertussen steeds meer hun heil in productiearbeid in de industrie in Noord-Limburg en Zuidoost Brabant, waar beter betaald wordt dan in de agrarische sector”. Naar het idee van Geurts dient de problematiek van illegale arbeid in Noord-Limburg en Zuidoost Brabant op een meer fundamentele manier aangepakt te worden. “Als agrariërs te weinig inkomen hebben – wat veelal het geval is, omdat ze nauwelijks voldoende inkomen verwerven – zijn ze wel haast gedwongen illegale werknemers aan het werk te zetten. De agrarische sector is nog steeds gericht op concurrentie op de internationale markt. Die concurrentiestrijd verliezen ze, omdat in het buitenland (denk bijvoorbeeld aan landen als Canada, maar ook dichterbij: Polen, Marokko, e.d.) grootschaliger en goedkoper geproduceerd kan worden. De agrariërs zouden zich meer op de eigen markt moeten richten, minder intensief, op een meer duurzame wijze. Het probleem van de illegale arbeid in de agrarische sector lost zich dan vanzelf op”.
Vragen Tweede Kamerfractie van de SP aan Minister van SoZaWe:
SP Tweede Kamerlid Jan de Wit heeft naar aanleiding van het verschijnen van het rapport van de commissie vragen gesteld aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Hij vraagt de minister of deze niet van mening is dat de commissie ten onrechte geen aandacht besteedt aan het grote probleem dat veel werkgevers in de land- en tuinbouw hun (veelal illegale) werknemers onderbetalen. Met betrekking tot de aanbeveling van de commissie, dat geen tewerkstellingsvergunning meer verleend zou moeten worden, indien adequate huisvesting ontbreekt, vraagt hij de minister of deze het dan ook mogelijk acht aan een tewerkstellingsvergunning tevens de voorwaarde te verbinden dat de betreffende werkgever de bepalingen van de geldende CAO (o.a. wat het loon betreft) moet naleven. Tenslotte vraagt Jan de Wit aan de minister of deze het niet vreemd vindt dat de commissie nu al adviseert te zorgen voor semi-permanente huisvesting “voor enige honderden Polen”, alsof reeds nu vaststaat dat de uitkomst van het door u met desector afgesproken beleid omtrent seizoensarbeid zal zijn, dat semi-permanent enige honderden Polen in de toekomst gehuisvest zullen moeten worden. Het beleid – zo stelt Jan de Wit – is er toch juist op gericht mensen van buiten Europa pas aan te trekken als er binnen Nederland respectievelijk Europa geen adequaat aanbod is?