Horst aan de maas

Er liggen plannen voor woningbouwontwikkeling aan de Rector de Fauwestraat in Meterik. Onlangs stond het bestemmingsplan hierover op de agenda van de gemeenteraad. Het plan haalde op het nippertje een meerderheid (12 stemmen tegen, dertien stemmen voor). De SP heeft niet ingestemd.

Waarom heeft de SP niet ingsstemd met het plan?

SP-woordvoerder Michael Van Rengs: "Voor dit plan is door de wethouder gebruik gemaakt van ‘Arge’ (algemene reserve grondexploitatie). De reservegelden kunnen ingezet worden voor het opvangen van onvoorziene tegenvallers in de huidige en toekomstige bouwgrondexploitaties. Dus als er een plan geopperd wordt om huizen te bouwen en financieel valt het ineens tegen, dan kun je dit verlies dichten uit deze geldpot. Maar het Meterikse plan lag al geruime tijd op tafel en volgens de SP kun je twee jaar niet “onvoorzien” noemen wat betreft kosten, want het was immers vooraf al bekend dat er tekorten waren".

Wie beslist over deze geldpot?

Van Rengs: "Dat is de gemeenteraad. Het college van Burgemeester en Wethouders heeft hier geen zeggenschap over zonder goedkeuring door de gemeenteraad. Hoewel er in het verleden al afspraken zijn gemaakt en positief is gereageerd op het plan voor het bouwen van acht huizen, wilde de wethouder zonder de raad te informeren of toestemming te vragen €300.000 vanuit de "Arge"-pot in dit plan te steken. Dat gaat in tegen alle gemaakte afspraken. Daarbij gaat het om de bouw van privéwoningen en twee marktconforme huurhuizen zonder enig sociaal belang".

Slotopmerking

"De SP heeft de wethouder om drie toezeggingen gevraagd en gekregen. Ten eerste moet het duidelijk zijn voor de initiatiefnemers dat er een risico zit dat een bouw gestopt dient te worden of helemaal niet door zal kunnen gaan als de gemeenteraad tegen zou stemmen. Wordt er toch gestart en zijn er kosten, dan zijn deze voor de initiatiefnemer. Ten tweede, als de raad over de geldpot gaat, vraagt de wethouder voortaan vooraf toestemming en geeft uitleg over het plan. Ten slotte hoort de wethouder inhoudelijk en feitelijk vragen te beantwoorden tijdens een vergadering".