Druk bezochte bijeenkomst over huisvesting Arbeidsmigranten
Druk bezochte bijeenkomst over huisvesting Arbeidsmigranten
26 september 2018 jl. organiseerde de SP-werkgroep Arbeidsmigranten een discussieavond over de komst van vele arbeidsmigranten naar de regio en de problemen die dat met zich mee brengt, onder andere op het gebied van huisvesting. Gastsprekers Hans Boerwinkel (medewerker 2e Kamerfractie SP), Jos Coesmans (voorzitter regionale adviesraad arbeidsmigranten) en Bert Peterse (oud-ambtenaar in de regio Noord-Limburg) gingen onder leiding van Paul Geurts (voorzitter SP-werkgroep Arbeidsmigranten) in gesprek met de ruim 100 aanwezigen.
Hans Boerwinkel, medewerker van de 2e Kamerfractie van de SP, ging vooral in op de vraag waarom we arbeidsmigranten nodig hebben. Hij stelde dat dat vooral komt door de groei van bedrijven die behoefte hebben aan goedkope arbeid. Hij stelt dat het verstandig is dat als een bedrijf groeit, er beter nagedacht wordt over het personeel dat daar dan bij komt kijken. Ook het personeelsbeleid dient een duurzaam karakter te hebben, aldus Boerwinkel. Hij constateert dat arbeidsmigranten nauwelijks zekerheid wordt geboden en er vindt ook geen integratie plaats. Daar heeft de werkgever geen belang bij en de arbeidsmigranten willen zoveel mogelijk geld verdienen en gaan bijvoorbeeld niet naar taalcursussen. Ook de dubbele afhankelijkheid (zowel afhankelijk van werk als afhankelijk van huisvesting bij de werkgever) levert problemen op. Ontslag op het werk betekent verlies van huisvesting en omgekeerd. En vaak worden de woonlasten ingehouden op het loon, wat impliceert dat de arbeidsmigrant weinig verdient. Voor sommige werkgevers (m.n. uitzendbureaus) wordt huisvesten van arbeidsmigranten een nieuw verdienmodel. De SP pleit dan ook in de Tweede Kamer dat er geen loon meer ingehouden mag worden voor huisvesting. Maar meer algemeen is de SP van mening dat in eerste instantie het Nederlands arbeidspotentieel ingezet moet worden. We hebben nog heel veel mensen die nu werkloos zijn. Niet alleen de mensen die geregistreerd zijn als werkloos, maar ook mensen die zich al niet meer in laten schrijven en heel veel mensen die vroeger bij de Sociale Werkplaats werkten en nu door het beleid van de regering thuis zitten. Voor de integratie is het belangrijk dat de arbeidsmigranten snel begeleid worden bij het leren van de taal. Ook is het van belang dat er een uitbreiding komt van de inspectie: voor goede huisvesting en goede arbeidsvoorwaarden. Dat moet er toe leiden dat er minder arbeidsmigranten per locatie gehuisvest worden.
Jos Coesmans, de voorzitter van de regionale adviesraad arbeidsmigranten, vertelde dat de regionale adviesraad arbeidsmigranten veel organiseert voor met name de Poolse gemeenschap. Ze willen Polen na laten denken over hun toekomst in Nederland. Hij onderscheidde bij de Poolse arbeidsmigranten drie categorieën. De goed geïntegreerde arbeidsmigrant die woont in een huur- of koopwoning, zijn kinderen naar een Nederlandse school stuurt en Nederlands spreekt. De tweede groep twijfelt over blijven in Nederland of terug gaan naar Polen, is gedeeltelijk geïntegreerd en woont veelal in een huurhuis of een camping of oud gebouw met meer arbeidsmigranten. De derde groep bestaat vooral uit de seizoenarbeiders. Zij komen hier met het idee na de seizoensarbeid terug te keren naar hun land van herkomst. In het beleid van de (gemeentelijke) overheid wordt onderscheid gemaakt tussen short, mid en long stay. Maar in de praktijk vervaagt dat steeds meer. Betekende “short stay” aanvankelijk een verblijf van zo’n vier maanden, nu loopt dat uit naar zo’n half jaar tot een jaar…. De termijnen worden steeds meer opgerekt.
De meeste arbeidsmigranten komen via een uitzendbureau binnen, stelt Jos Coesmans. Ze komen dan in “Fase A” die zo’n drie jaar duurt. Gedurende deze fase is de relatie tussen arbeidsmigrant aan de ene kant en het uitzendbureau en de opdrachtgever anderzijds bepalend. Dat impliceert onder andere dat het werkverband per dag opzegbaar is. Op het moment dat je het werk kwijt bent, moet je ook de (beschikbaar gestelde) verblijfplek verlaten. Je staat dan letterlijk “op straat”. De afhankelijkheid van het uitzendbureau is in deze fase extra hoog. In Fase B krijg je als arbeidsimmigrant/uitzendkracht meer rechten. Je kunt bijvoorbeeld niet meer zo op straat worden gezet (ontslagen worden) door de opdrachtgever. In Fase C kom je in vaste dienst bij de opdrachtgever en kun je weg bij het uitzendbureau. Coesmans heeft vastgesteld dat de meeste arbeidsmigranten feitelijk in Fase A blijven zitten. De arbeidsmigrant blijft daarmee jaren achtereen op het minimumloon steken en het is dan ook logisch dat ze zoveel mogelijk uren willen maken.
Volgens Coesmans is het van belang om werken en wonen te splitsen. Geen dubbele afhankelijkheid, zo stelt ook hij. “Zorg dat arbeidsmigranten zich inschrijven bij de gemeente en een adres hebben”, aldus Coesmans. Als iemand zijn werk verliest, verliest hij ook meteen zijn verblijfplaats. Veel Poolse arbeidsmigranten zoeken dan hulp bij andere Polen. Ze trekken bijvoorbeeld in bij Poolse landgenoten, met als gevolg heel veel mensen in één huis dat bedoeld is voor hooguit 5 mensen.
“Laat de arbeidsmigranten ook rechten opbouwen zodat ze kunnen investeren in een toekomst in Nederland”. Dan ontstaat er ook een gelijk speelveld ten opzichte van de Nederlandse arbeidskrachten.
De derde spreker is Bert Peterse (heeft zich als ambtenaar bezig gehouden met arbeidsmigranten). Hij stelt dat er in de regio Noord-Limburg veel arbeidsmigranten verblijven. Vooral in het hoogseizoen wonen er zo’n 10 % meer mensen in de regio dan normaal. Hij is het eens met Hans Boerwinkel dat gekeken moet worden naar het eigen arbeidspotentieel, voordat arbeidsmigranten worden ingeschakeld. Maar bij het inzetten van mensen met een uitkering betekent dat wel dat er extra geïnvesteerd moet worden in begeleiding. De overgang van geen baan naar meteen een fulltime baan is vaak erg lastig en de meeste mensen kunnen een fulltime baan niet lang volhouden. Hij gaat in op de pogingen van de gemeente Rotterdam om bijstandsgerechtigden in te zetten in de kassen in het Westland. Dat mislukte. De bedrijven waren niet tevreden met de productiesnelheid van mensen die eerst een uitkering hadden en wilden niet met hen verder gaan.
Met betrekking tot de arbeidsmigranten die massaal hier naar toe komen stelt Peterse dat het belangrijk is om breder te kijken dan alleen huisvesting. Wat is het economisch toekomstperspectief? Dat moet niet per bedrijf geregeld worden, maar gezamenlijk opgepakt. Daar ligt volgens hem een verantwoordelijkheid van de overheid. Door dat niet te doen – zoals nu meestal het geval is – komen de problemen die (de huisvesting van) arbeidsmigranten met zich mee brengen, meestal alleen te liggen bij de inwoners en niet bij de bedrijven.
Na een korte pauze komt de zaal aan het woord. Bewoners die te maken hebben met plannen van ondernemers om massale huisvesting voor arbeidsmigranten te realiseren in hun buurt, stellen dat de dialoog tussen de ondernemer en de buurt (die de gemeente voorschrijft aan de ondernemer) weinig voorstelt.. Discussieleider Geurts constateert dat er geen criteria zijn op basis waarvan vastgesteld kan worden of een dialoog goed was of niet. Nu lijkt het er op dat een ondernemer gewoon een gelikt verhaal kan verkopen aan de buurt en of die het er nou mee eens is of niet, de plannen gaan door en de gemeente ondersteunt die plannen. Bij de plannen van Van Dijck in America stelt de gemeente dat Van Dijck het initiatief heeft genomen tot die dialoog. Dat is echter niet juist. De bewoners zijn zelf naar Van Dijck gestapt, toen die – zonder toestemming – het erf betrad van omwonenden, om landmetingen te verrichten in verband met de plannen… De omwonenden van camping het Engelke in Melderslo hebben ingestemd met de huisvesting van arbeidsmigranten voor twee jaar, omdat ze geen mogelijkheid zien om er tegenin te gaan. De gemeente ondersteunde de plannenmaker zonder daar echt rekening te houden met de buurt. Op de bijeenkomst die Otto Work Force organiseerde om haar plannen voor een “Polenflat” (voor zo’n 600 arbeidsmigranten!) op het industrieterrein nabij Sevenum werd ook een gelikt verhaal verteld. Ondertussen heeft – volgens een van de sprekers in de zaal - Otto Work Force al (zonder vergunningsaanvraag) opdracht gegeven tot het bouwen van de nieuwe locatie, aan “De Meeuw Containers”. Voorafgaande aan de bijeenkomst van Otto Work Force in Grubbenvorst wilden leden van de Werkgroep Arbeidsmigranten een flyer uitdelen om mensen uit te nodigen voor de discussieavond van de Werkgroep. Dat, werd echter door een tweetal potige mannen verboden. Vanuit de zaal werd aanvullend ontevredenheid geuit over het uitnodigingsbeleid van Otto Work Force. Veel buurtgenoten waren niet uitgenodigd.
Bert Peterse geeft aan dat bij de omgevingswet die er aan zit te komen, de omgevingsdialoog erg belangrijk wordt. Dat betekent dat die dialoog veel meer ingebed moet worden en verbeterd, zodat bewoners een gelijkwaardige plaats krijgen in die dialoog. Verder adviseert hij gemeenten om een economische visie mee te nemen in de omgevingsvisie. Want volgens hem is “arbeidsmigratie” in eerste instantie een economisch fenomeen.
Uit de zaal komt ook de opmerking dat in een kas aan de Sevenumseweg zonder overleg arbeidsmigranten gehuisvest zijn. De gemeente doet daar niets aan. Maar er zijn ook voorbeelden van goede huisvesting, stelt een andere spreker. Bijvoorbeeld in Broekhuizen. Of op camping De Reulsberg aan de Horsterweg.
Verschillende keren maken gastsprekers en sprekers vanuit de zaal duidelijk dat - als je het met huisvestingsplannen niet eens bent - je van je moet laten horen. Overtuig je volksvertegenwoordigers om ander beleid te voeren. Een mogelijkheid daartoe – voegt discussieleider Paul Geurts toe – is lid worden van de Werkgroep Arbeidsmigranten. Dan kun je samen en gebruik makend van elkaars ervaringen, beter een vuist maken tegen ondernemers en gemeente. Ook komt er een andere oproep vanuit de zaal: er moet een breed politiek draagvlak komen voor een beleid dat het ophokken van grote hoeveelheden arbeidsmigranten voorkomt. De spreker stelt dat het doel van ondernemers is om goedkope arbeid binnen te halen. Alle bijkomende kosten worden afgewenteld. Het is goed om te leren van fouten uit het verleden bij bijvoorbeeld de huisvesting en integratie van Turkse en Marokkaanse arbeidsmigranten.
Hans Boerwinkel merkt op – naar aanleiding van de oproep uit de zaal - dat de populariteit van flexwerken aan banden gelegd moet worden. Hij pleit dan ook voor het invoeren van tewerkstellingsvergunningen zoals dat – vóór de Europese regelgeving inging – van toepassing was.
En verder moet een ondernemer die arbeidsmigranten in dienst neemt, investeren in integratie, bijvoorbeeld door het leren van de taal onder werktijd te regelen.
Uit de zaal komt de vraag waarom Venlo zo nodig de logistieke hotspot moet zijn. Laat ze de ambitie bijstellen als er geen mensen zijn om dat werk allemaal te doen. Gesteld wordt dat momenteel vooral arbeidsmigranten geworven worden voor logistieke bedrijven die grote hallen huren, maar erg conjunctuurgevoelig zijn en als de economie verslechtert, vertrekken die bedrijven veelal. Uiteindelijk zal de drang naar goedkope arbeid leiden tot verplaatsing van bedrijven naar goedkopere landen. Er wordt door sprekers in de zaal aan getwijfeld of we als Nederland en de regio zulke grote hoeveelheden mensen wel aan kunnen.
Discussieleider Paul Geurts stelt aan Greg Czerwinski – één van de aanwezigen in de zaal – de vraag wat Polen zelf vinden van de huisvesting waar ze mee te maken hebben. Czerwinski geeft aan dat weinig arbeidsmigranten in grote locaties geïsoleerd willen wonen. Arbeidsmigranten willen wel integreren, maar krijgen daar van de werkgever geen kansen voor. Ze worden als pionnen gebruikt. Hij noemt het moderne slavernij. Hij stelt dat pas als de leefomstandigheden in heel Europa hetzelfde zijn er echt sprake kan zijn van vrij verkeer van personen. Nu weet je zeker dat arbeiders uit het oosten van Europa, waar de levensstandaard lager is, hier naar toe komen. Terwijl ze natuurlijk liever in hun eigen land, bij hun eigen familie willen werken en leven. Het beleid van ondernemers in Nederland is nu gericht op korte termijn winstbejag. Applaus uit de zaal is zijn deel.
Aan het einde van de geslaagde bijeenkomst wordt geconcludeerd dat – willen we de problemen die voortkomen uit de komst van arbeidsmigranten écht kunnen aanpakken - er sprake moet zijn van een gelijk speelveld op de arbeidsmarkt (dan zullen veel ondernemers toch kiezen voor het arbeidspotentieel in Nederland). Wat betreft de huisvestingsplannen moet een gelijkwaardige positie van omwonenden in de discussie met ondernemers en gemeente gecreëerd worden. En om draagvlak te krijgen voor integratie van de arbeidsmigranten in de (Horster) samenleving, dan zullen er voldoende huur- en koopwoningen moeten komen voor zowel de mensen uit Horst aan de Maas als de arbeidsmigranten. Er moet dus flink bijgebouwd worden.
In de Hallo van Horst aan de Maas (van 4 oktober 2018) staat een uitgebreid verslag van de discussieavond, dat u hier kunt lezen. En op TV Reindonk werd een reportage uitgezonden over de bijeenkomst. Die is hier te bekijken.
Zondag 30 september ging Paul Geurts, de presentator van de discussiebijeenkomst van de Werkgroep Arbeidsmigranten, in discussie met de secretaris van de Werkgeversvereniging in Limburg. De discussie over arbeidsmigranten is te beluisteren via de de website van De Stemming (L1), door een stukje door te scrollen tot het eerste geluidsfragment.
- Zie ook:
- Wonen