Krimp als kans
Krimp als kans
Komende jaren zal de bevolking van een groot deel van Limburg gaan afnemen.
De gevolgen van de bevolkingskrimp zijn in de Parkstad en Groningen al indringend zichtbaar. In Noord-Limburg vrezen politici en bestuurders voor hetzelfde scenario: lege dorpen en verpauperde wijken. De vrees voor de bevolkingskrimp is zo groot dat in Noord-Limburg amper wordt nagedacht over de bevolkingskrimp. Alle kaarten worden gezet op groei, hierdoor dreigt Noord-Limburg de boot te missen en wordt het spookbeeld van de krimp een reëel scenario.
De afgelopen decennia heeft alles in het teken van groei gestaan. De economie groeide, steden en dorpen groeiden, bedrijventerreinen groeiden en de bevolking groeide. Niet de waarde, de kwalitatieve groei stond hier voorop, maar de aantallen, de kwantitatieve groei.
De krimp moet worden aanvaard als een reëel scenario. Niet met het hoofd in de schoot, maar juist met het hoofd ferm vooruit. Want het is niet de mogelijke bevolkingskrimp die ons parten speelt maar de manier waarop bestuurders daar mee omgaan. Bestuurders focussen zich te veel op cijfers, de kans dat Venlo onder de grens van 100.000 inwoners zal zakken wordt als een groter probleem gezien dan lange wachtlijsten voor woningzoekenden en het verdwijnen van voorzieningen uit buurten en dorpen.
Niet de cijfers maar de mensen vormen het vertrekpunt. En vanuit de bevolking gekeken, kan de krimp ook als kans worden gezien: wachtlijsten voor woningzoekenden kunnen kleiner worden, er is meer ruimte voor groen in de dorpen en de steden en door slimme combinaties van onderwijs, zorg en welzijn te zoeken kunnen dorpen en buurten juist leefbaarder worden.
Helaas gebeurt nu vaak het omgekeerde. In verschillende Limburgse gemeenten zullen de komende jaren een aantal scholen in kleine dorpen verdwijnen. Door het weghalen van voorzieningen wordt de leegloop van de dorpen alleen nog maar versneld. Want welk gezin met jonge kinderen wil zich in een dorp zonder basisschool vestigen? De school is vaak het hart van het dorp en moet niet worden gezien als sluitpost, maar als kans om (nieuwe) dorpsvoorzieningen in onder te brengen. Denk bijvoorbeeld aan kinderopvang, een spreekruimte en een kleine bibliotheekvoorziening.
Dezelfde ontwikkeling is te zien in het openbaar vervoer. Buslijnen naar of via kleine dorpen worden steeds vaker vervangen door een belbus. De dorpsraad van Blitterswijck heeft zich vorig jaar met kracht verzet tegen het verdwijnen van de lijndienst uit het dorp. Helaas besloten Veolia en de provincie anders.
Noord-Limburg zal de komende jaren moeten komen met een duidelijke visie op de bevolkingskrimp en de gevolgen hiervan voor dorpen, buurten en steden. We kunnen hierbij geen bange bestuurders gebruiken die zich achter cijfers verschuilen of een afname van de bevolking simpelweg niet willen aanvaarden.
Michael van Rengs, fractievoorzitter SP Horst aan de Maas
Alexander Vervoort, fractievoorzitter SP Venlo
Thijs Coppus, fractievoorzitter SP Statenfractie Limburg
PS: Deze column is verschenen in Dagblad De Limburger van 3 maart 2010
Klik hier voor de eerdere columns die op deze website geplaatst zijn.
Wilt u reageren op deze column? Dat kan: