Horst aan de maas

Dinsdag 19 april j.l. stond het beleid van de gemeente Horst aan de Maas met betrekking tot de Horeca op de agenda van de gemeenteraad. In twee voorafgaande commissievergaderingen hebben alle fracties uitgebreid commentaar gegeven op de plannen van B&W en wethouder Jenniskens heeft met vrijwel alle aanpassingsverzoeken ingestemd. Dus verwachtte men weinig discussie. Maar .....

Maar de raad rekende buiten de spreekwoordelijke waard in de persoon van SP-raadslid Paul Geurts. Hij gaf aan volledig in te kunnen stemmen met het Horecabeleid, maar wees tegelijkertijd op de bedreiging voor dat beleid: de dienstenrichtlijn.

Goede voornemens gedwarsboomd
Met het Horecabeleid wil de gemeente, met gebruikmaking van de speciale wet BIBOB genaamd, onder andere voorkomen dat criminelen - via het opkopen van panden - Horecagelegenheden kunnen vestigen. Verder wil de gemeente Horecagelegenheden toelaten in het buitengebied. Maar dan wel onder strikte condities die vastgelegd worden via het bestemmingsplan en via vergunningverlening. Tenslotte heeft de gemeente regelmatig overleg met de Horecaondernemers om zaken goed te laten lopen. Bij alle drie de punten (BIBOB, reguleren van horeca in het buitengebied èn overleg) zit de Bolkensteinrichtlijn dwars. Die haalt met een dikke rode stift een streep door deze voornemens.

BIBOB niet meer toe te passen
Een vergunning voor een horecavestiging in één Nederlandse gemeente geeft meteen het recht om filialen te vestigen in het hele land zonder dat die procedure in elke plaats opnieuw gevolgd moet worden. De betrokken ondernemer is ook niet meer verplicht zich ergens te registeren of in te schrijven bij bijvoorbeeld de Kamer van Koophandel en mag elke willekeurige bedrijfsvorm kiezen of daar zelfs helemaal van afzien. Het is heel onwaarschijnlijk dat een buitenlandse Horecaondernemer na het inwerking stellen van de dienstenrichtlijn nog onderworpen kan worden aan een Bibob-onderzoek.

Bestemmingsplan geen sturingsmiddel meer
De dienstenrichtlijn ondermijnt ook de gemeentelijke planning van Horecaondernemingen in bestemmingsplannen. Volgens de dienstenrichtlijn behoren kwantitatieve of territoriale beperkingen op basis van bijvoorbeeld bevolkingsomvang of geografische minimumafstand tussen dienstverleners na invoering definitief niet meer tot de mogelijkheden. En tenslotte betekent de dienstenrichtlijn een einde aan overleg tussen ondernemers en de gemeente. De richtlijn verbiedt namelijk dat er nog overleg of afstemming plaatsvindt tussen de lokale afdeling van Horeca Nederland en het gemeentebestuur. Nu is het Horecabeleid in de gemeente Horst aan de Maas nog opgesteld in samenspraak met de betrokken ondernemers. Afspraken zijn gemaakt over onder andere openings- en sluitingstijden, terrasbeleid, evenementen enzovoorts. Maar dat mag dus bij invoering van de dienstenrichtlijn allemaal niet meer. De investering in een goede relatie tussen Horecaondernemers en de gemeente wordt met één pennenstreek om zeep geholpen.

Onderzoek
In de raadsvergadering heeft de SP deze zaken onder de aandacht gebracht van de andere raadsfracties en het college. Zij blijken nauwelijks op de hoogte van de mogelijke effecten van de dienstenrichtlijn. Reden voor de SP te vragen die gevolgen nader te onderzoeken en op basis van de conclusies een signaal uit te laten gaan richting rijksoverheid. Aanvankelijk weigerde verantwoordelijk wethouder Jenniskens dat. Hij wilde eerst de invoering van de dienstenrichtlijn afwachten. Uiteindelijk, onder andere nadat de SP met een motie vraagt meteen dat signaal richting "Den Haag" uit te laten gaan, stemt Jenniskens in met behandeling van de consequenties in de commissievergadering van mei.

Paul Geurts